Independent scholar, cat addict, tattoo lover

Floor schrijft

“Wetenschap is topsport”, zei VSNU-voorzitter Karl Dittrich op de Wetenschapseditie van het NRC Carrière Café “Te slim voor de arbeidsmarkt” afgelopen 10 juni, georganiseerd samen met AcademicTransfer. Gastheer en nrc.next-chef Hans Nijenhuis nam de pass over: “Ik kan aardig voetballen, maar ik ben geen Messi en (tegen de zaal) u misschien ook niet.” Het is echter de vraag of die topsport-metafoor past.

“Een goede onderzoeker gedraagt zich niet als onderzoeker, hij ís het. Ook als er even niet op hem gelet wordt”, zo schrijven Oost en Markenhof. Promoveren is niet alleen een vak in de vingers krijgen, het vormt ook een identiteit; het gaat niet alleen om meer weten, het gaat ook om anders weten. Dat ‘anders weten’ verdwijnt uit het zicht wanneer een arbeidsmarkt verschijnt waarin kennis weliswaar gevraagd wordt, maar niet onderzocht. Dat zet de aansluiting van gepromoveerden als ‘anders wetenden’ op een niet-wetenschappelijke arbeidsmarkt behoorlijk op scherp.

Wie in de wetenschap wil werken, moet pijn lijden. Dit lijden komt voort uit de transformatie tot wetenschapper, de moeite om ‘een van ons’ te blijven (ten koste van ‘een ander van ons’), de afwijzing door universiteit en bedrijfsleven, misschien zelfs wel de samenleving. Als we wetenschap, universiteit, arbeidsmarkt en samenleving opvatten als complexe systemen, dan kunnen we dus niet een verantwoordelijke partij of ideologie of God aanwijzen als de genius achter het verhaal van in - en uitsluiting.

Op 1 juli 2013 was Community of Talents gastgemeenschap van een event getiteld ‘Power to the people.’ Als onderzoeker van de zwerm van Campus Orleon was ik daarbij aanwezig en heb ik bij verschillende open spaces mijn oren en ogen de kost gegeven. Dit essay is een verslag van mijn impressies, waarbij ik de gelegenheid neem om door te borduren op wat me destijds opviel. Dat leid ik in aan de hand van onderstaande twee foto’s.

Het Koningslied viel wisselende reacties te beurt. De opdrachtgever, het Nationaal Comité Inhuldiging, stond vierkant achter dit product van de Nederlandse samenleving, dat als een verzameling regels uit tal van inzendingen geselecteerd en achter elkaar gezet was door vier schrijvers, van muziek was voorzien door een componist en ten uitvoer werd gebracht door 33 artiesten. En die steun was hard nodig ook, want na de eerste uitvoering brak zo’n storm van kritiek los, dat de componist het lied terugtrok en het NCI zich genoodzaakt zag in te grijpen en het weer ont-terugtrok.

“Ehm, ik vind het binnen onze organisatie nog wel een beetje lastig. Maar dat vind ik ook een beetje lastig om naar buiten te brengen, maar in de zin van ehm, ik vind dat er nog wel hele grote delen van organisaties zijn, ook onze eigen organisatie, dus Agentschap, die helemaal niet op deze manier werkt en kijkt. Er zijn er echt een aantal die het doen, maar wij moeten binnen de organisatie ook ruimte maken. [Ja.] Dus in die zin mislukt er ook iets en vind ik ook wel eens ja, dat krijg je dus ook gewoon niet mee of om.” - Deelnemer vanuit organisatie NVDNM

De tegenstelling tussen en daarmee verdeling van oude en nieuwe macht binnen de organisatie is interessant, want als de nieuwe macht onzichtbaar is, hoe kan iemand dan weten wat die nieuwe macht is en dat ze ondervertegenwoordigd is? Misschien zijn de aanhangers van de nieuwe macht in een numeriek voordeel, zonder het te weten; zijn er meer mensen binnen de organisatie die de neiging tot zelfcensuur kennen en deze niet onderdrukken; wordt de oude macht verondersteld, maar als stereotype niet verder onderzocht.

De golflengtes van burger en lokale overheid zijn nog niet goed op elkaar afgestemd, of beter nog: het beeld dat de burgers van hun ambtenaren hebben komt niet overeen met de werkelijkheid en het is wenselijk dat dit gecorrigeerd wordt. Tegelijkertijd is er een zorg: waar eindigt inspiratie, waar begint manipulatie?

Pagina's