Independent scholar, cat addict, tattoo lover

burgerschap en bestuur

- Met Floor Basten.
- Goedemiddag, met mevrouw Huppeldepup van het Tralala Instituut.
- Hallo.
- Ik bel om even een paar gegevens van u te verifiëren in verband met uw afspraak van komende week.
- Prima. Hebt u het instellingsservicenummer van het Tralala Instituut bij de hand?
- Het wat?
- Het instellingsservicenummer van het Tralala Instituut. Anders kan ik u echt niet verder helpen, hoor.
- Eh nee, wat is dat voor nummer?

Op 11 september ga ik een reflectie geven op een aantal projecten van Welbions die passen binnen de thema’s “eigen kracht” en “binnen = buiten”. Lees hieronder mijn eerste gedachten over deze onderwerpen bij wijze van introductie van mijn werk aan de deelnemers. Een soort preflectie dus :-)

---

Many have grown accustomed to the idea that academe is the sole source of significant scholarship. When it comes to knowledge about the social, society is still largely unheard. [campus]OrléoN is a campus of independent researchers who want to change this monopoly. ‘The public’ is not silent nor ignorant. Therefore, the divide between public and private sociology can be challenged, with consequences for public decision making and democratic arrangements in knowledge creation. The public has research capacities that this campus wants to bring out.

Het Koningslied viel wisselende reacties te beurt. De opdrachtgever, het Nationaal Comité Inhuldiging, stond vierkant achter dit product van de Nederlandse samenleving, dat als een verzameling regels uit tal van inzendingen geselecteerd en achter elkaar gezet was door vier schrijvers, van muziek was voorzien door een componist en ten uitvoer werd gebracht door 33 artiesten. En die steun was hard nodig ook, want na de eerste uitvoering brak zo’n storm van kritiek los, dat de componist het lied terugtrok en het NCI zich genoodzaakt zag in te grijpen en het weer ont-terugtrok.

“Ehm, ik vind het binnen onze organisatie nog wel een beetje lastig. Maar dat vind ik ook een beetje lastig om naar buiten te brengen, maar in de zin van ehm, ik vind dat er nog wel hele grote delen van organisaties zijn, ook onze eigen organisatie, dus Agentschap, die helemaal niet op deze manier werkt en kijkt. Er zijn er echt een aantal die het doen, maar wij moeten binnen de organisatie ook ruimte maken. [Ja.] Dus in die zin mislukt er ook iets en vind ik ook wel eens ja, dat krijg je dus ook gewoon niet mee of om.” - Deelnemer vanuit organisatie NVDNM

Hebt u wel eens van Cecilia Payne-Gaposchkin gehoord? Ik niet, totdat ik op de Facebook site ‘I fucking love science’ een post met haar foto tegenkwam en de tekst ‘I discovered what the sun is made of. Too bad I didn’t have a penis, then you’d know that.’ Ik schrijf dit niet zo op om u te choqueren, maar doe graag aan correcte bronvermelding en wil een aantal termen introduceren die volgens mij met invloed te maken hebben.

De golflengtes van burger en lokale overheid zijn nog niet goed op elkaar afgestemd, of beter nog: het beeld dat de burgers van hun ambtenaren hebben komt niet overeen met de werkelijkheid en het is wenselijk dat dit gecorrigeerd wordt. Tegelijkertijd is er een zorg: waar eindigt inspiratie, waar begint manipulatie?

De tegenstelling tussen en daarmee verdeling van oude en nieuwe macht binnen de organisatie is interessant, want als de nieuwe macht onzichtbaar is, hoe kan iemand dan weten wat die nieuwe macht is en dat ze ondervertegenwoordigd is? Misschien zijn de aanhangers van de nieuwe macht in een numeriek voordeel, zonder het te weten; zijn er meer mensen binnen de organisatie die de neiging tot zelfcensuur kennen en deze niet onderdrukken; wordt de oude macht verondersteld, maar als stereotype niet verder onderzocht.

“De beste plannen komen van onderop” was de samenvattende kop boven het interview met Jim Diers, voormalig directeur van het Seattle Department of Neighborhoods en tegenwoordig rondreizend met zijn optimistische filosofie (De Volkskant, 25 maart*). Het interview* biedt aanknopingspunten om een aantal opkomende trends uit te lichten die, als je ze samenpakt, zicht bieden op een sociale horizon die verder ligt dan de voorbeelden die Diers aanhaalt. Daar wil ik hier bij stilstaan, omdat ze gebundeld voor meer momentum kunnen zorgen.

Ineens begreep ik de opluchting die een diagnose kan geven: het verklaart iets en je weet beter waar je aan toe bent. In mijn geval is het de hazelaar, die volgens de Keltische boomhoroscoop mijn levenswandel tekent. Ik kwam er toevallig achter op de Floriade, waar ik met m’n lief en schoonmoeder was. Een grote cirkel met verschillende bomen, daarbinnen twee cirkels met gladde stenen; op de binnenste stonden geboortedata, op de buitenste een kenmerk. En ja hoor, daar lag hij, 26 maart, te wijzen naar “een wellustig pionier” en in de verte een hazelaar.

Het Nederlandse openbaar bestuur kent een traditie waarin met een zekere mate van argwaan en misprijzen wordt gekeken naar initiatieven van burgers. Die conclusie moeten we tenminste welhaast trekken wanneer we in de bestuurskundige literatuur zien dat hiernaar verwezen wordt als ware het een ziekte (Hollanditis) of in elk geval een last (hindermacht). Van hun kant koesteren burgers een traditioneel wantrouwen jegens hun overheid, vooral wanneer die zich te veel met hen gaat bemoeien.

De drempel naar ons wetenschappelijk onderwijs is laag. Nog nooit hebben zo veel mensen hun entree gemaakt op de universiteit en velen ook verlaten de universiteit met een titel op zak. Een klein, maar groeiend aantal gaat als promovendus verder met onderzoek. Van hen hoopt 95% op de universiteit een baan te vinden, terwijl er is slechts plek is voor 20%.

“This book is intended as an introduction to a new way of looking at knowledge as a shared resource, a complex ecosystem that is a commons—a resource shared by a group of people that is subject to social dilemmas”, is the opening line Charlotte Hess and Elinor Ostrom wrote in their Understanding Knowledge as a Commons. From Theory to Practice (2011, The MIT Press).

If 80 percent of all PhDs leave the university, then there must be more PhDs outside of the university than inside.If there are more academically skilled people outside of the university than inside, then the academic potential of a society is larger than the academic potential contained within universities.It was this simple line of reasoning that made me realize that if a society faces a difficult problem, then it would make sense to mobilize its full problem-solving capacity.

Pagina's