Independent scholar, cat addict, tattoo lover

leren onderzoeken

I love this book. I do. It offers a tight case for researching the human social world in a way that I hold dear. “All sciences”, Agar writes, “make their case based on evidence according to the rule of some logic, and then they try to prove the case is wrong in order to show that it might be right” (p. x). The lively science Agar proposes is not different from this, but “once a human makes other humans in their social world the scientific focus, all sorts of problems come up that didn’t appear with material objects or with most non-human forms of life” (p. x).

Iets meer dan vijftig jaar geleden, op 28 augustus 1963 om precies te zijn, vertelde Martin Luther King bij het Lincoln Memorial in Washington D.C over zijn droom. In die droom over vrijheid voor iedereen, kon iedereen zich over verschillen heen zetten, “the Negro community” maar ook “our white brothers”, want “[they] have come to realize that their destiny is tied up with our destiny. And they have come to realize that their freedom is inextricably bound to our freedom.” Enkele maanden daarvoor had hij al geschreven: “Injustice anywhere is a threat to justice everywhere.

Wie in de wetenschap wil werken, moet pijn lijden. Dit lijden komt voort uit de transformatie tot wetenschapper, de moeite om ‘een van ons’ te blijven (ten koste van ‘een ander van ons’), de afwijzing door universiteit en bedrijfsleven, misschien zelfs wel de samenleving. Als we wetenschap, universiteit, arbeidsmarkt en samenleving opvatten als complexe systemen, dan kunnen we dus niet een verantwoordelijke partij of ideologie of God aanwijzen als de genius achter het verhaal van in - en uitsluiting.

“Een goede onderzoeker gedraagt zich niet als onderzoeker, hij ís het. Ook als er even niet op hem gelet wordt”, zo schrijven Oost en Markenhof. Promoveren is niet alleen een vak in de vingers krijgen, het vormt ook een identiteit; het gaat niet alleen om meer weten, het gaat ook om anders weten. Dat ‘anders weten’ verdwijnt uit het zicht wanneer een arbeidsmarkt verschijnt waarin kennis weliswaar gevraagd wordt, maar niet onderzocht. Dat zet de aansluiting van gepromoveerden als ‘anders wetenden’ op een niet-wetenschappelijke arbeidsmarkt behoorlijk op scherp.

“Wetenschap is topsport”, zei VSNU-voorzitter Karl Dittrich op de Wetenschapseditie van het NRC Carrière Café “Te slim voor de arbeidsmarkt” afgelopen 10 juni, georganiseerd samen met AcademicTransfer. Gastheer en nrc.next-chef Hans Nijenhuis nam de pass over: “Ik kan aardig voetballen, maar ik ben geen Messi en (tegen de zaal) u misschien ook niet.” Het is echter de vraag of die topsport-metafoor past.

“Ehm, ik vind het binnen onze organisatie nog wel een beetje lastig. Maar dat vind ik ook een beetje lastig om naar buiten te brengen, maar in de zin van ehm, ik vind dat er nog wel hele grote delen van organisaties zijn, ook onze eigen organisatie, dus Agentschap, die helemaal niet op deze manier werkt en kijkt. Er zijn er echt een aantal die het doen, maar wij moeten binnen de organisatie ook ruimte maken. [Ja.] Dus in die zin mislukt er ook iets en vind ik ook wel eens ja, dat krijg je dus ook gewoon niet mee of om.” - Deelnemer vanuit organisatie NVDNM

Het klopt dus, je kunt mij midden in de nacht wakker maken en dan murmel ik “[campus]OrléoN is een netwerk van onderzoekers.” Dat heeft mijn teerbeminde althans proefondervindelijk vastgesteld toen hij half december ’s nachts thuiskwam van zijn werk. En ook dat ik dan glashard ontken dat ik aan het dromen ben. [campus]OrléoN is ook geen droom, het is een netwerk van onderzoekers – inmiddels bijna 600 leden – en die doen van alles. Dat weerhoudt me er natuurlijk niet van om over [campus]OrléoN verder te dromen.

Veel mensen hebben een onderzoekende geest zonder het te beseffen. Ze stellen vragen, analyseren, interpreteren en trekken conclusies; maar ‘onderzoek’ vinden ze het niet, want wat weten ze nu van theorie? ‘Onderzoek’ lijkt zo het domein van de universiteit. De wetenschap is echter groter dan dat. En de complexiteit van ons bestaan vraagt om meer onderzoekende geesten, die kritisch zijn en in researching publics samen betekenis geven aan wat er gebeurt of kan gebeuren.

De verbinding is gelegd en onderzoek staat midden in de samenleving. Het was even wat heen en weer schuiven met budgetten en een licht door elkaar rammelen van attitudes, maar nu kan dan elke professional, beleidsmaker of geïnteresseerde burger net als elke wetenschapper deelnemen aan bestaande onderzoeksgroepen of nieuwe onderzoeksgroepen starten. Waar voorheen onderzoek vooral voorbehouden was aan wetenschappers en instituties, verbinden nu nieuwe groepen onderzoekers de productie van kennis met het oplossen van vraagstukken in de samenleving. Dat heet sinds kort publiek onderzoek.

In this article I address two interrelated questions. The first question is, what role do external PhD. candidates play in the emergence of paradigms? The second question is, if anything, what do external PhD. candidates actually contribute to the process of emerging paradigms? In order to answer these questions, I conducted an exploratory study into the vicissitudes of external PhD. candidates in the Netherlands. As my findings suggest, they display a fully-fledged academic habitus.

In Intermediair van 25 februari 2011 staat een artikel over evidence-based consulting met als veelbetekenende kop: ‘God zegen de greep’. Deze ‘advisering op basis van aantoonbare resultaten uit het verleden’ is in opkomst, maar nog geen gemeengoed. Desondanks zijn er behoorlijk wat buitenpromovendi die onderzoek doen naar de praktijk van organiseren en adviseren. Wat zijn hun ervaringen met de wetenschappelijke wereld?     

Laatst vertelde iemand me dat ze op wel honderd nieuwsbrieven was geabonneerd. Honderd? Dat leek me een beetje veel. Ze keek me ook wat gepijnigd aan; blijkbaar waren niet alle abonnementen vrijwillig afgesloten. “Meestal klik ik ze meteen weg”, zo vatte ze haar oplossing om met deze grote hoeveelheid nieuws om te gaan samen. Een lot dat, zo bekende ze, ook de CO Times vaak onderging. Jammer. Niet veel later ben ik overgestapt op een nieuw mail-programma. Toen ik mijn oude post overzette, bleek ook ik van veel nieuwsservices op een mailinglist te staan.

Pagina's