
Het lijkt tegenwoordig hip om elkaar over en weer te beschuldigen van slapen en indringend aan de ander te vragen of die wel wakker is. In dit essay ga ik iets anders doen: ik ga mijn eigen slaperigheid en het gevoel dat ik heb bij het ontwaken onderzoeken.
Slaap, of misschien beter gezegd: sluimer, is in de filosofie al een wat oudere metafoor voor een toestand waarin je de wereld aanneemt voor wat je erover geleerd hebt. Het is bekend uit de psychologie dat het verrekte lastig is om nieuwe informatie die je van huis uit meegekregen opvattingen weerlegt zo tot je door te laten dringen, dat je daadwerkelijk tot andere inzichten komt. Dit verschijnsel heet cognitieve dissonantie. Wat ik zelf ronduit fucking moeilijk vind, is na het wakker worden het opstaan, het daadwerkelijk anders handelen. Ik werk dit hier uit in een korte persoonlijke geschiedenis.
Lees verder via Klimaatpsychologiealliantie.