Voorafgaand aan de masterclasses van NSO-CNA schrijf ik steeds een preflectie: een voorbespiegelend stukje over het thema van de betreffende masterclass. Dit is mijn preflectie bij de masterclass “Leren en af-leren voor VUCA-vraagstukken” van Anna Snel.
Sinds een jaar of vijf werken we binnen ons masteronderwijs (vanaf 2021 ondergebracht in één opleiding, de Master of Educational Leadership kortweg MEL) vanuit de aanname dat een school altijd ‘op een bepaald moment ergens’ is. Met andere woorden: een school bevindt zich niet in een vacuüm, maar is als samenballing van processen genest in historische processen, waar ze gewild en ongewild actief in deelneemt. En om te leren hiermee om te gaan, werken onze studenten met zogenaamde wicked puzzels in hun eigen praktijk.
Vrijgesteld van ecologie
Of het echt zo gebeurd is kan ik niet nagaan, maar volgens de overlevering was er een tijd waarin scholen zich konden terugtrekken uit de alledaagse samenleving. Sterker nog: het uit die samenleving teruggetrokken zijn was de definitie van de school, in het Grieks ‘scholè’. Ik kan me wel iets voorstellen bij het verlangen om geen alledaags gedoe aan je kop te hebben, niet dag na dag te ploeteren om het eten op tafel te krijgen bijvoorbeeld, of ervoor te zorgen dat alles een beetje fris en schoon blijft. Ik zou eigenlijk ook wel vrijgesteld willen zijn van, samengevat, de zorg voor de ‘oikos’, Grieks voor huis. Zo met de handen vrij van sop en soep bleef er tijd over om samen na te denken over kosmos en polis. En ‘samen’, dat waren de van het huishouden vrijgestelden, dus niet de vrouwen en ook niet de slaven. Misschien is daardoor wel de logica van het concrete huishouden, oikologica of ecologie, afgescheiden geraakt van wat wel belangrijk werd gevonden om over na te denken: een enkele waarheid die eenduidig was en voor iedereen altijd gold, en de ideaaltypen waarin men probeerde die te vangen. Beeldend gezegd werd de kaart belangrijker gevonden dan het gebied waar die kaart betrekking op zou moeten hebben.
Wickedness
Afijn, nog even los van de validiteit van aldus geproduceerde ideeën over kosmos en polis is in de scholè de gewoonte ontstaan om een onderscheid te maken tussen de tastbare en stoffelijke wereld enerzijds en het wonder van de mens en diens bedenksels anderzijds. De valsheid van die scheidslijn – een ontdekking van de hedendaagse wetenschappelijke revolutie die wel ‘copernicaans’ wordt genoemd – is wat we ook wel ‘wickedness’ noemen: het gegeven dat we geïmpliceerd zijn in de gebeurtenissen die we ondergaan én zelf mee creëren, dat de tastbare en stoffelijke wereld ons huis is en we dat op dit moment aan het vervuilen zijn tot onleefbaar aan toe, en dat im Grossen niemand vrijgesteld kan worden van de gevolgen van wat we aan het doen zijn, dus niet in alleen ideeën kan leven. In de Angelsaksische literatuur gaat het dan over enmeshment of entanglement, we zouden het zelf over ‘ingeweven-zijn’ of dus ‘nesting’ kunnen hebben, met een hint naar nestvervuiling. Er is in deze toestand geen ‘tegenover’ door een helder of-of-onderscheid, er is alleen ‘inheid’ met en-en-mengvormen. Het Griekse woord voor ‘wicked’ is ‘ponéria’: slechte, pijnlijke toestand, boosheid, ziekte. We’re in a mess.
Puurzucht
Nu is het de vraag of wickedness een ontologisch feit is of een afwijkend historisch verschijnsel. Met andere woorden: is de normale toestand van de wereld er eentje van messiness of is de normale toestand er eentje van rust, regelmaat en reinheid en beleven we daar nu tijdelijk een ontsporing van? Die vraag lijkt me onbeantwoordbaar, maar diezelfde wetenschappelijke revolutie toont steeds meer aan dat messiness veel vaker aan de orde is dan we met onze zucht naar puurheid en orde zouden willen. Het ene na het andere in en vanaf de Griekse scholè zorgvuldig opgebouwde onderscheid tussen ideaaltypen (zoals mens-natuur) sneuvelt, en niet omdat het woke is, maar empirisch onhoudbaar blijkt. Categorieën die elkaar uitsluiten blijken eerder sociaal-cultureel ingegeven om de wij-identiteit van menselijke gemeenschappen te legitimeren dan dat ze een bewijsbaar onderscheid betreffen. We zien dit terug in de tijdelijkheid van categorieën en de weerzin tegen dan wel het enthousiasme in het accepteren van hun uiterste houdbaarheidsdatum.
VUCA
De herontdekte messiness van de wereld kreeg vanuit het Amerikaanse leger een naam: VUCA. Ik hoorde voor het eerst hierover van Anna Snel, die op 6 november de masterclass “Leren en af-leren voor VUCA-vraagstukken” komt geven bij NSO-CNA (ook open voor niet-studenten). Dat was negen jaar geleden en sindsdien wint dit acroniem aan bekendheid. Toch zal ik even stilstaan bij de letters. Volatile betekent dat toestanden vluchtig zijn, van stabiel ineens en onaangekondigd kunnen omslaan. Uncertain betekent dat we vooraf geen garanties hebben over de afloop van onze intenties en handelingen. Complex betekent dat er zoveel variabelen in het spel zijn dat niemand het overzicht heeft en er geen centrale intelligentie of regie mogelijk is (al eigenen sommige partijen zich die wel toe). Ambiguous betekent dat signalen voor meerderlei uitleg vatbaar zijn. Tezamen is het een interessante mix en voor mij is die mix synoniem voor wickedness. Dat die nu pas zo merkbaar is dat het Amerikaanse leger er een acroniem voor verzint, komt denk ik door ons huidige tijdsgewricht, waarin we als menselijke populatie een schaalsprong doormaken en met onze eigen globalisering merkbaarder verstrikt blijken in de aardsystemen waar we de grenzen van aan het overschrijden zijn.
Genoeg met de malaise
Nogal wat sweeping statements hier en het is nog maar de vraag wat er allemaal van klopt. Bovendien kun je er gemakkelijk depressief en defaitistisch van worden. Wat biedt dit dan nog voor perspectieven en kansen op leiderschap, laat staan schoolleiderschap? Nou, meer dan genoeg. De noodzakelijke inheid is wellicht een teleurstelling voor wie dacht vanaf een tekentafel of excelbestand (die kaart!) de wereld ‘daarbuiten’ (dat gebied!) te kunnen besturen, maar omgekeerd kun je ook zeggen dat alles wat je doet er altijd toe doet. Dat doordrenkt elk professioneel handelen niet alleen met ethische overwegingen (er is immers geen neutraal standpunt van buiten), maar behoedt ons ook voor het verwarren van de kaart met het gebied. In onze opleiding willen we daarom schoolleiders laten ervaren dat en verkennen hoe zij zelf onderdeel zijn van het vraagstuk waar ze iets mee willen. Ze zijn geen buitenstaanders ‘tegenover’, maar deelnemers ‘in’, en ook hun school is niet gevrijwaard van de VUCA samenleving. Kort gezegd: je staat niet in de file, je bent mee de file. Tel daarbij op dat ‘wicked’ naast ‘gemeen’ nog de betekenissen heeft van ‘ondeugend’ en ‘geweldig blits’ (connotaties die in het Griekse ponéria ontbreken) en er ontstaat ineens een wenkend perspectief om uit bestaande patronen te breken. Als alles op losse schroeven komt, dan kan er toch ook weer van alles? Bijvoorbeeld: we zijn gewend om problemen op te lossen door iets toe te voegen, maar wat als we de kunst van het weglaten gaan beheersen? En ook: de wetenschap toont bewustzijn en intelligentie in de meer-dan-menselijke wereld aan, hoeveel potentiële bondgenoten kunnen we wel niet gaan vinden? Of: als we ons niet alleen op de kaart richten maar ook het gebied zelf weer gaan ervaren, wat voor tot dan toe gemiste aangrijpingspunten gaan we dan zien? Wat als we voorbij de aangeleerde beleefdheidsconventies gaan? En …? …?
Kortom, het besef van wickedness en VUCA biedt meer dan genoeg mogelijkheden voor creativiteit. Vroeger heette dat out of the box denken. Nu zeggen we: there is no box.
Inspiratiebronnen
- Geen preflectie zonder Broes en Keet, dat zal inmiddels wel duidelijk zijn
- Purity and danger van Mary Douglas
- Against essentialism van Stephan Fuchs
- Black Swans van Nassim Taleb
- Dilemmas in a General Theory of Planning van Horst Rittel en Melvin Webber
- De film Wicked Little Letters in verband met de defensieve routines van Argyris en Schön
- De eerste film uit de The Matrix trilogie
- Anna Snel zelf!
Deze blog verscheen ook op de website van NSO-CNA.