Independent scholar, cat addict, tattoo lover

Tussen grote begrippen als ‘het volk’ of ‘de elite’, of wat het dan ook is dat je met gezwollen stem doet verklaren “Als het land me roept …”, tussen die wereld dus daar in de verte ergens achter de horizon, en dat wat je dagelijks meemaakt, ziet, ervaart, opsnuift en interpreteert, daar ligt een schaalgrootte waarop niemand de controle heeft maar iedereen van invloed kan zijn. Tussen abstracties over niemand in het bijzonder en concrete leefwerelden van ons allemaal ligt volgens mij het werkelijke speelveld van de democratie. Of anders gezegd: het veld waarop onze democratie op het spel staat.

 

Burgerschap en burgerschapsonderwijs kan gaan over hoe we in Nederland onze democratie hebben ingericht, met nog wat vaderlandse geschiedenis over polderen en een tripje naar Den Haag. Volgens deze redelijk smalle invulling van burgerschap en democratie delegeren wij allemaal het bestuur van ons land naar vertegenwoordigers die onze belangen dienen. De link naar de natiestaat is duidelijk, want die biedt het grondgebied dat wij ons als soevereine macht hebben toegeëigend. Dus: we hebben een stuk planeet, dat beschouwen we als het onze, en we hebben regels voor wie we tot ‘onszelf’ rekenen en wie niet, en hoe we ons op dit stuk planeet gedragen, vooral ook onderling. Dat is het volgens mij in de basis. Zo doen we het democratischerwijs, althans in Nederland. Oneens met hoe het uitpakt? Daar is de straat, ga maar demonstreren. En wie weet, de volgende verkiezingen ben je misschien wel aan de beurt.

 

Jongeren verliezen vertrouwen

Jongeren hebben hun vertrouwen in ons verloren, om maar even met de deur in huis te vallen. Dit bericht las ik op 22 november en het laat me niet los. Vijf dagen daarvoor was het gepubliceerd als conclusie van het onderzoek ‘Als je het ons vraagt’ van de kinderombudsman. Kinderen voelen zich volgens dit onderzoek niet gesteund door volwassenen en zijn ook niet altijd blij met het voorbeeld dat zij hen geven. Het gaat dan vaak niet om eigen ouders, maar andere volwassenen in hun omgeving en de samenleving. Dat eerste is wel een opluchting, maar dat tweede is een sterk staaltje pedagogisch verantwoord verwijt aan de samenleving dat bij mij wel binnenkomt: de kinderen zijn niet boos, ze zijn teleurgesteld.

 

Ze denken niet meer dat wij volwassenen in staat zijn om maatschappelijke problemen op te lossen. En eerlijk gezegd vind ik dat ze gelijk hebben. Althans, dat lukt ons niet meer binnen de hierboven geschetste parameters van de smalle democratie-invulling. Ergens zijn we afgestapt van één kiezer één stem – of in elk geval de pretentie daarvan – en overgegaan naar één euro één stem. Je ziet het bijvoorbeeld aan het feit dat lobbyisten aan de voorkant, bij het maken van wetten, welkom zijn, terwijl politici de gang naar de rechter, bij controle op naleving, proberen te blokkeren. Dus banken als Rabo en ING en lobbyclubs als De Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie worden geconsulteerd, terwijl geprobeerd wordt om klimaatzaken als die van Urgenda en Milieudefensie onmogelijk te maken. Ik ben opgegroeid met de gedachte dat de overheid er was om het algemeen belang te dienen. Daar lijkt steeds minder van te komen als natuur niet beschermd maar verkocht wordt, sociale woningbouw niet de noden van huurders lenigt maar de zakken van buitenlandse investeerders vult, afijn, casuïstiek te over. Deze zomer bereikte Engeland een absoluut dieptepunt toen het land letterlijk in de shit zat doordat de private eigenaar van het rioolstelsel wel de subsidies had opgestreken maar niet het onderhoud had gepleegd. En terwijl ik dit zit te tikken, loopt COP28, nota bene in Dubai gehouden en onder voorzitterschap van een oliesultan, ten einde en zijn gedurfde gedachten over uitfasering van fossiele grondstoffen, weer van tafel geveegd want oelala, toch te wild. Daar is de straat, ga maar demonsteren? Dat hebben we massaal gedaan en we krijgen een dikke vette middelvingerveto van Saoedi Arabië terug. Dan maar de blik weer even op eigen land. Daar gaan nu vier partijen onderhandelen over samen regeren onder voorwaarde dat de grootste van hen belooft niet aan de grondwet te komen. Pardon, wat??

 

Afijn, al die tijd zien jongeren ons dus geen maatschappelijke problemen oplossen en nogmaals, ik kan ze niet helemaal ongelijk geven: mondiaal gezien blijft geopolitiek een zootje, Europa komt er niet goed uit, in Nederland? Ik vind het best ingewikkeld worden als mijn overheid haar burgers niet alleen niet beschermt, maar zelf staatsvijandig wordt. Veel ambtenaren vinden dit ook, gezien de groei van XR Ambtenaren. En veel burgers reageren wee anders; de titel Atlas van afgehaakt Nederland zegt voldoende over de in het betreffende rapport gepresenteerde onderzoeksbevindingen.

 

Civiele bestuurskunde

Ik kan ook moedeloos worden van wat zich aan de horizon afspeelt en dat doe ik dan ook even. Maar tegelijkertijd weet ik dat politiek en beleid op deze schaal niet de enige kant van het verhaal is en dat burgerschap en democratie wel degelijk meer behelst dan eens in de zo veel tijd stemmen en je voor de rest voorbeeldig gedragen. De horizon van mensen die op die grotere, abstracte schaal handelen, dat zijn wij. Zij reageren op wat wij doen en laten zien. In die zin hebben wij dus ook altijd invloed.

 

En we laten meer zien dan alleen apathie of ruzie. Ik heb de term ‘civiele bestuurskunde’ bedacht om aan te geven hoe wij vorm en inhoud geven aan ons burgerschap buiten het zicht of de goedkeuring van onze overheid. Civiele bestuurskunde ontstaat wanneer mensen* zonder sturing vanuit een overheid zichzelf organiseren om een publiek belang te dienen. Deze wat blote omschrijving krijgt steeds heel concreet invulling met de wirwar aan persoonlijke motieven die samenhangen met de sociaal-culturele netwerken van civiele bestuurders, de dynamiek van transdisciplinair samenwerken, ook met een overheid (dat geeft relatie), en het ontwikkelen van inhoudelijke en strategische inzichten die helpen bij de vragen van wat hoe te doen.

 

Er is in dit perspectief geen abstracte burger die het object is waarop beleid wordt bedreven en daar af en toe als subject een reactie op afgeeft. Er zijn wel mensen van vlees en bloed die zich vanuit verlangens verenigen en daarbij andere groepen en de overheid tegenkomen.

 

Burgerschap breder bekijken

Als je burgerschap en democratie zo bekijkt, dus breder dan die smalle invulling van hierboven, dan zie je wel degelijk een samenleving waarin volwassenen problemen aanpakken. Misschien niet meteen opgelost, maar wel aangepakt. ABP stapte onder druk van ambtenaren uit de fossiele industrie. Goed, dit pensioenfonds investeert nog steeds in bezette gebieden in Israël en riskeert daarmee betrokkenheid bij oorlogsmisdrijven en systematische mensenrechtenschendingen, maar dat wordt dan dus een volgende stap. En daarna is er ongetwijfeld nog een stap nodig. En nog eentje. En zo zijn er nog meer gedateerd rakende instituties die bij de ethiek van deze tijd getrokken moeten worden. Ook dat valt onder burgerschap en democratie.

 

Als jongeren zeggen dat ze hun vertrouwen in ons hebben verloren, dan zeggen ze daarmee misschien stilzwijgend ook dat ze dit maatschappelijk tumult niet als onderdeel van burgerschap en democratie zien. Bijvoorbeeld doordat ze via burgerschapsonderwijs alleen die smalle invulling kennen en de brede versie verwarren met ruzie, stress, gedoe en negativiteit en, inderdaad, meer problemen. Of doordat ze de volwassenen in hun dagelijkse omgeving, dus ook school, daadwerkelijk problemen niet zien oplossen. Burgerschapsonderwijs kent denk ik ook een verborgen curriculum.

 

Toen ik de leeftijd had van de nu ondervraagde jongeren, werden sommige megaproblemen wél opgelost. Zure regen en het gat in de ozonlaag zijn met succes bestreden doordat er naar wetenschappers werd geluisterd, er internationale afspraken en wetten kwamen die werden gehandhaafd, en het bedrijfsleven met daadwerkelijke innovaties kwam. Maar ergens zijn we dit spoor bijster geraakt. En het is tekenend dat zure regen en ozonlaag nu door klimaatontkenners als hoax worden opgevoerd, of als truc om de bevolking angst aan te jagen met blijkbaar onschuldige natuurverschijnselen. Alsof er geen menselijke – politieke! – daadkracht in de oplossing zat. En dus bijna alsof je er met apathisch nietsdoen ook wel mee wegkomt. Of met het ontkennen van het probleem, iets waar de nu onderhandelende politieke partijen zich in elk geval wel in kunnen vinden.

 

Te lang gepolderd

Daar komt bij: veel hedendaagse problemen zijn niet meer oplosbaar doordat we burgerschap en democratie te lang te smal hebben opgevat. Schikken en plooien, pappen en nathouden – net zoals ons land fysiek niet klaarligt om klimaatverandering aan te gaan, zo schiet onze cultureel-historische, smalle invulling van democratie tekort. Zonder ons te veel te bekommeren om vraagstukken die het hart van onze democratie raken, hebben we zelf die smalle invulling té smal gemaakt om onze samenleving te dragen. Met alleen vaderlandsgeschiedenis en Den Haag komen we er dus niet meer, burgerschap en democratie zijn zelf complex geworden. We zijn het polderen voorbij. Zelfs politici beseffen dit eindelijk als ze hardop verlangen naar een nieuwe bestuurscultuur zonder waterige compromissen. Hun tegenvoorstel is echter repressie van de civiele bestuurskunde met sterk leiderschap. Een keuze die ook jongeren lijken te maken. Rond diezelfde tijd als de publicatie van ‘Als je het ons vraagt’ kwam uit peilingen naar voren dat jongeren, als ze zouden mogen stemmen, extreem rechts zouden kiezen. Voor een sterke leider die de problemen wel oplost. Het verlangen is misschien herkenbaar, maar de uitwerking pakt zelden goed uit.

 

Als het centrum niet meer bindt

“Things fall apart; the centre cannot hold” dichtte William Butler Yeats in The Second Coming, zo’n eeuw geleden. Tot wat valt alles uit elkaar als het centrum niet meer bindt? Je denkt misschien individuen, maar het blijken gemeenschappen te zijn. En dan zijn we weer terug bij de eigen meegemaakte gebeurtenissen. Daar doen we ons burgerschap, daar plegen we democratie. Hoe? Dat ligt aan ons; maar dat, daar ontkomen we niet aan. Het persoonlijke is politiek. En dat moet volgens mij de kern zijn van wat en hoe jongeren burgerschap leren.

 

Hoe eerder jongeren beseffen dat burgerschap en democratie niet samenvallen met verkiezingen, van ons leren dat je samen problemen kunt aanpakken en dat onenigheid erbij hoort maar niet altijd tot ruzie leidt, des te gemakkelijker ze dit kunnen accepteren. Net zoals ze van ons kunnen aannemen dat Sinterklaas niet bestaat.

 

Tot het einde ontkennen dat net als de Sint het polderen zijn beste tijd heeft gehad, leidt tot een samenleving waarin iedereen leert dat de democratie schijn en stuk is, en toch het spel mee blijft spelen.

 

Rusland staat hierom bekend.

 

Als we hier niets tegen doen, dan heeft Putin misschien al gewonnen.

 

Jongeren zien ons de problemen niet oplossen. Wat gebeurt er als we er in hun nabijheid, bijvoorbeeld op school, wel samen uitkomen? Als we met onderwijs laten zien dat we zelf de samenleving maken en dat je daar wel invloed op maar geen controle over kunt hebben? Is dat niet ook een vorm van leiderschap?

 

Inspiratiebronnen

Voor de sfeer: de (op HBO te ziene) miniserie Years and Years, de film Koyaanisqatsi: Life Out of Balance waar ik in 1982 op school naar keek en waar ik me nu middenin voel zitten, en de Netflix original Don’t look up

The Students Are Watching van Theodore en Nancy Sizer, diverse hoofdstukken uit Apocalyptic Leadership in Education waaronder de inleiding van redacteur Vachel Miller, en Educating for the Arthropocene. Schooling and Activism in the Face of Slow Violence van Peter Sutoris

The public and its problems van John Dewey, Homo Sacer van Giorgio Agamben, De barbaren van Alessandro Baricco, The Time of the Tribes: The Decline of Individualism in Mass Society van Michel Maffesoli, Reflexive Modernization van Scott Lash, Ulrich Beck en Anthony Giddens, ook Risk Society van Ulrich Beck, en verder The holocaust van Zygmunt Bauman, A Billion Black Anthropocenes or None van Kathryn Yusoff, For a Left Populism van Chantal Mouffe, Active Hope van Joanne Macey en Chris Johnstone, Kennisdemocratie van Roel in ‘t Veld

 

*) Mensen die me kennen, weten dat ik er absoluut voor ben om de kring van bestuurders uit te breiden tot de niet-menselijke medebewoners van deze planeet. Het samenleven met Broes en Keet krijgt echt niet alleen vorm door mijn beslissingen, hoewel ik vind dat de onderhandelingen soms best wat minder chaotisch mogen.

Categorie: