Independent scholar, cat addict, tattoo lover

Voorafgaand aan de masterclasses van NSO-CNA schrijf ik steeds een preflectie: een voorbespiegelend stukje over het thema van de betreffende masterclass. Dit is mijn preflectie bij de masterclass Interconnectiviteit.

 

Het beste moment

“De ambtenaren die het onderwijsbeleid maken hebben geen idee van wat de realiteit in onze scholen is”, of zoiets mopperde een schoolleider tijdens een diner pensant waar ik een inleiding gaf over posthumanisme in het onderwijs. Toen ik haar vroeg wie de ambtenaren van over een jaar of dertig nu in het onderwijs heeft, bleef het even stil. “Shit ja, dat zijn wij”, besefte ze hardop. We vergeten het soms in de waan van de dag, maar we bereiden jongeren niet voor op ónze samenleving, maar op hún samenleving. Als we vinden dat ambtenaren anno nu tekortschieten, dan is nu de tijd om er in het onderwijs voor te zorgen dat hun opvolgers het beter zullen doen. Om met Confucius te spreken: het beste moment om een boom te planten was tien jaar geleden, het op een na beste moment is nu. Over tien jaar zijn de jongeren van nu blij met onze bomen, ook al weten ze misschien niet wie die voor hen geplant heeft. Of zij het planten van bomen als vanzelfsprekend van ons overnemen, is iets waar wij nu iets aan kunnen doen.

 

Horizontale hiërarchie

Deze anekdote laat nog iets anders zien, namelijk een gepercipieerd verschil in macht. We stellen ons machtsverschillen vaak voor als een verticale hiërarchie, een ‘van bovenaf’ dat beslissingen ‘op de werkvloer dropt’. Hoe bevlogen er ook wordt gewerkt aan het verkleinen van die verschillen, bij coördinatievraagstukken zoals onderwijs blijft de gedachte hardnekkig dat machtsverschillen nodig zijn. Iemand moet toch verantwoordelijk zijn? Joanna Macy en Chris Johnstone noemen dit ‘macht over’. Ze onderscheiden dit van ‘macht met’, ons vermogen om invloed uit te oefenen door onze samenwerking. Ook daarin kunnen we verschillen, afhankelijk van de reikwijdte van die samenwerking. In wat ik ‘horizontale hiërarchie’ noem, geven we onze invloed concentrisch door. De schaal van onze invloed hangt af van de schaal van onze samenwerking. Soms weten we niet hoe ver de rimpeleffecten van ons handelen gaan, maar ze zijn er altijd.

 

Toekomst in plaats van uitkomst

Interconnectiviteit, ofwel het gegeven dat alles met alles verbonden is, heeft dus een temporaliteit die over nu, vroeger en later gaat, en een spatiaal aspect dat de reikwijdte van invloed betreft. Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten is de wereld een dynamisch geheel van lastig te begrenzen, in elkaar overlopende eenheden die in het samenspel van hun eigen gewoontes en elkaars nabijheid telkens opnieuw diezelfde dynamische wereld creëren. Daaraan ten grondslag ligt een procesprincipe, namelijk complexiteit. Complexiteit betekent zoveel als: er is een dusdanig aantal variabelen in gelijktijdige en opeenvolgende interactie, dat geen daarvan het geheel kan overzien en er geen centrale intelligentie is aan te wijzen. Dat komt doordat oorzaken en gevolgen niet goed te onderscheiden zijn, meerdere oorzaken hetzelfde gevolg kunnen hebben en een enkele oorzaak meerdere gevolgen kan hebben, gevolgen zelf oorzaken kunnen worden, et cetera. Van complexiteit is altijd in een zekere mate sprake, want het leven staat niet stil. Onze gewoonte om gebeurtenissen in een volgorde te zetten en er een lineaire monocausaliteit aan toe te kennen, berust op het vertrouwen in een fictie. We zien het terug in beleidsplannen met stippen-op-horizonten. De suggestie is dat we de tijd stil kunnen zetten door alle interacties te bevriezen, maar de tijd haalt ons altijd in. We verwarren uitkomst met toekomst.

 

Interconnectiviteit en leiderschap

In onderwijsland zie je interconnectiviteit terug in de verschoven aandacht van leiderschapskwaliteiten in een individu naar leiderschapspraktijken. Geen centrale intelligentie betekent dan dat de intelligentie gedistribueerd is in het samenspel zelf. Wil je daarin iets nieuws en betekenisvols laten ontstaan, dan zijn er vrijheidsgraden nodig voor spontaniteit en improvisatie, maar ook regels die, juist doordat ze in hun beperking houvast bieden, creativiteit afdwingen. Het is een spannende balans die we steeds opnieuw moeten zoeken, al is het maar doordat het leven dus niet stilstaat.

 

De natuur als inspiratiebron

Steeds vaker kijken we voor inspiratie daarvoor niet alleen naar wat andere mensen deden en dachten, maar naar de natuur in haar geheel, de zogenaamde more than human world. Een van de punten waar het posthumanisme aandacht voor vraagt, is het bovenmatige accent dat we geneigd zijn te leggen op onszelf, de mensheid. Interconnectiviteit nodigt ons juist uit onze wereld als de levende ecologie te benaderen die ze is. Dat heeft drie voordelen. Ten eerste opent het een scala aan nieuwe mogelijkheden. Als we bijvoorbeeld intelligentie niet zien als een exponent van complexe hersenen als de onze, maar als je kunnen redden in je umwelt, dan kunnen we iets leren van hoe andere soorten dat doen. Ten tweede leidt denken vanuit samenhangen automatisch tot je verbonden voelen in een groter geheel. Des te gemakkelijker wordt de stap naar ook verantwoordelijkheid nemen voor dat geheel.

 

Cascade van goede dingen

Dat alles met alles samenhangt, bijvoorbeeld in de globale economie, artificial intelligence en de klimaatcrisis, kan leiden tot cascades van onheil en ons bijgevolg verlammen. Maar de uitkomst van interconnectiviteit ligt geenszins vast en kan net zo goed tot andere cascades leiden als we andere dingen gaan doen. Dat is het derde voordeel: ook de goede dingen doen heeft een multiplier effect.

Het spatiale aspect van interconnectiviteit leidt tot het besef dat we met samenwerking nog veel meer kunnen bereiken dan we dachten; we kunnen immers in die more than human world gaan samenwerken met andere soorten en daardoor leren hoe we ook in een groter verband kunnen leven. Het temporele aspect herinnert ons eraan dat als we dat nu leren doen, het straks vanzelfsprekend is.

 

Inspiratiebronnen

  • Active hope. How to face the mess we’re in without going crazy van Joanna Macey en Chris Johnstone.
  • The black swan. The impact of the highly improbable van Nassim Nicholas Taleb.
  • Ways of Being. Beyond human intelligence van James Bridle.
  • The spell of the sensuous van David Abram.

Mijn katten, mijn kick-ass acacia, de Ooij polder en de bossen rond Nijmegen, wat verder weg Playa Hermosa, Ilha do Mel en Pau.

 

Deze preflectie is ook verschenen op de website van NSO-CNA Leiderschapsacademie.

Categorie: