
Voorafgaand aan de masterclasses van NSO-CNA schrijf ik steeds een preflectie: een voorbespiegelend stukje over het thema van de betreffende masterclass. Dit is mijn preflectie bij de masterclass Inclusie.
Inclusie de standaard
‘Hippopotomonstrosesquippedaliofobie’ is zo’n typisch woord dat bij de leeservaring al verwijst naar wat het is: angst voor of weerzin tegen lange woorden. ‘Xenoglossofobie’ is een ander voorbeeld; het betekent angst voor vreemde talen. Ik noem dit soort woorden ‘zelftestwoorden’: door de leeservaring die je ermee opdoet, weet je of het op jezelf van toepassing is. Voor mij is ‘inclusie’ ook zo’n zelftestwoord: het is alomvattend, zo ervaar je al lezenderwijs. Tenminste, als je denkt in termen van interconnectiviteit, want dan is ‘inclusie’ namelijk een tautologie. Als alles met alles verbonden is, is er immers altijd sprake van in-geslotenheid. Waar geen buiten meer is, hoort alles er gewoon bij. Inclusie is de standaard. Als we desondanks exclusie waarnemen, dan is dat de afwijking die we moeten verklaren.