Independent scholar, cat addict, tattoo lover

Floor leest

Onder de naam ‘posthumanisme’ is de laatste jaren een enthousiasme voor het leven zichtbaar aan het worden, dat aanstekelijk is door haar verruimde ideeën over en praktijken van creativiteit, intelligentie, kunstzinnigheid, cultuur, gemeenschapsleven en ethiek. Waar deze lange tijd uitsluitend aan mensen toebedeeld werden (en soms alleen aan hen die onderwijs in Westerse of verwesterde samenlevingen hebben doorlopen werden toevertrouwd), zien posthumanisten ze ruimhartig terug in de hele wereld.

De zomermaanden vormen voor mij de ideale gelegenheid om te roadtrippen met mijn tuin als vervoermiddel en mijn boeken als brandstof. Ik maak lange reizen door tijd en ruimte terwijl ik af en toe halt houd om mijn voertuig te bewonderen, licht te wieden of van wat water te voorzien. Onderhoud van je voertuig is belangrijk. In februari deed ik mijn auto weg omdat de reparaties te duur werden. Sindsdien leen ik de auto van de overburen voor 40 cent per kilometer. Op 1 juli kreeg ik de afrekening voor het eerste half jaar: 17 euro 60. Blijkbaar rij ik niet zo veel op de weg.

Tags: 

De afgelopen maanden ben ik druk in de weer geweest met het schrijven van mijn boek over narratief onderzoek. Dat wil zeggen: de eerste twee hoofdstukken schreef ik vlot want op routine, daarna liep ik vast in hoofdstuk 3, dat ik met omineuze voorzienigheid al ‘Welkom in de blubber’ had genoemd voordat ik eraan begon en besefte hoe ingewikkeld het is om heel precies te beredeneren wat sociale complexiteit eigenlijk is en hoe narrativiteit die beïnvloedt.

The Barbarians - Alessandro Baricco, 2006

Do you feel sorry that wine is no longer an almost holy spirit? Grieve over the fall of the specialized football player at the feet of the all-round-field-runner? Feel regret in bookstores that besides high literature also serve masses of blah and coffee? Then perhaps you, unlike me, are not a barbarian - but you can become one after reading Baricco’s book.  

“Wat wil je later worden als je groot bent, Jantje?”
“Brandweerpersoon, juf.”
“Heel goed, Jantje, dat is een belangrijk en nobel beroep. En jij, Sientje, wat wil jij later worden?”
“Dat gaat u geen bal aan, juf.”
“Sientje! Hoe durf je! Schrijf jij voor straf deze drie boeken maar eens over!”
“Hoe wist u dat ik wilde gaan promoveren, juf?”

In november 2013 meldde ik aan het College van Bestuur (CvB) van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR[1]) dat ik een aanzienlijke hoeveelheid plagiaat had aangetroffen in het proefschrift van ene A en dat het me op grond daarvan logisch leek dat de EUR de doctorstitel van A zou terugnemen; ook plaatste ik vraagtekens bij de begeleiding van A (meer hier)[2].

recensie van Wetenschapsfilosofie voor geesteswetenschappen, Michiel Leezenberg en Gerard de Vries, Amsterdam: Amsterdam University Press, 2012, 365 pagina’s, herziene editie. ISBN 987-90-8964-422-8. € 35,=

I love this book. I do. It offers a tight case for researching the human social world in a way that I hold dear. “All sciences”, Agar writes, “make their case based on evidence according to the rule of some logic, and then they try to prove the case is wrong in order to show that it might be right” (p. x). The lively science Agar proposes is not different from this, but “once a human makes other humans in their social world the scientific focus, all sorts of problems come up that didn’t appear with material objects or with most non-human forms of life” (p. x).

When the humanities are under attack, they either Duck and Dive or Go to War. The Public Value of the Humanities (Bate, 2011) is an example of the latter. There are three points the authors want to make. The first one is that the value of the humanities is manifold. Some authors discuss the economic value in terms of direct commercial benefits for or indirect inputs into creative, cultural and tourist industries, but most authors stress the moral value the humanities have for the public.