Independent scholar, cat addict, tattoo lover

Afgelopen jaar heb ik een korte serie opgezet over buitendoctoren, het werkend bestaan van doctoren die buiten de universiteit een loopbaan opzetten. In mijn laatste blog zegde ik toe stil te staan bij de rol van werkgevers. Deze serie onderbreek ik met een blog over een urgenter thema, en vraag ik begrip voor het niet nakomen van mijn belofte.

Eerlijk is eerlijk, die stadwandeling langs duurzame winkels had ik zelf op mijn programma voor de Nationale Klimaatweek gezet, gewoon omdat winkelen hoog op mijn lijst van favoriete bezigheden staat. Ik kom uit een gezin waarin kopen het probate middel tegen stress was. Als bij ons thuis de spanningen weer eens hoog opliepen, dan werden de gemoederen altijd gesust door even de stad in te gaan, om het even welke stad. En andersom: niet even naar de stad kunnen, leidde steevast tot gedoe. Consumeren is mij met de paplepel ingegoten – geen toevallige metafoor.

Dit jaar ben ik Klimaatburgemeester van Nijmegen en daarvoor heb ik een veelzijdig programma samengesteld. De meeste onderdelen liggen imiddels vast, een paar kunnen toch nog op een ander moment gaan plaatsvinden. Onder dit programma lees je meer over waarom ik Klimaatburgemeester wilde worden.

In deze miniserie over buitendoctoren – het naar analogie van buitenpromoveren beoefenen van wetenschappelijk onderzoek zonder aanstelling daarvoor bij een universiteit – sta ik stil bij wat universiteiten zoal (moeten) doen om promovendi goed voor te bereiden op een loopbaan buiten hun eigen muren. Opvallend genoeg heet dit dan vaak ook meteen ‘buiten de wetenschap’. In de aftrap van deze miniserie over buitendoctoren heb ik uitgelegd waardoor ik het daarmee oneens ben en in de laatste alinea van deze blog laat ik zien dat deze uitsluiting ook onnodig is.

Het lijkt tegenwoordig hip om elkaar over en weer te beschuldigen van slapen en indringend aan de ander te vragen of die wel wakker is. In dit essay ga ik iets anders doen: ik ga mijn eigen slaperigheid en het gevoel dat ik heb bij het ontwaken onderzoeken.

In de film Room* groeit Jack samen met zijn moeder op in een kamer. Moeder Joy is jaren geleden ontvoerd door Old Nick, die Jack bij haar verwekt heeft. Als Jack vijf wordt, vindt Joy het tijd om samen te ontsnappen. Maar hoe leg je uit aan een kind, dat in één enkele kamer is opgegroeid, wat ‘buiten’ is? Zij weet wat het is, zij kent het nog; maar voor Jack is het concept zo nieuw, dat hij eerst hevige paniek moet overwinnen voordat hij kan geloven dat zoiets überhaupt bestaat: buiten.

Net zoals op enig moment een jaar achter de rug is, is ook op enig moment – en met een vergelijkbaar gevoel voor ceremonie – het promoveren achter de rug en ben je doctor. Ik wil het vanuit het optimisme dat je dit lukt hebben over het leven daarna. Iets minder optimistisch ben ik over de kansen op een vaste aanstelling op een universiteit, dus ik wil het hebben over de mogelijkheden om je brood te verdienen met wetenschappelijk onderzoek buiten de universiteit. Buitendoctoren dus.

Toen hem gevraagd werd wat we zouden kunnen doen om klimaatverandering tegen te gaan, zei Tom Burke, milieuadviseur, -onderzoeker en -activist: “Don’t be under 40.” Dat was in 2008. We zijn twaalf jaar verder, de contouren van de omvang van de klimaatcrisis worden langzaam duidelijker doordat dagelijks de concrete effecten merkbaar zijn. Dat het niet zo goed gaat, is een understatement.

Zojuist ben ik een officiële Aardebeschermer geworden en daarmee zijn er nu 17.501 (<- die 1 ben ik dus :-)  ) Aardebeschermers die zich inzetten voor het bij het Internationaal Strafhof strafbaar maken van Ecocide. Doe je ook mee? Het is maar een kleine moeite en deed geen pijn. Aanmelden kan via de website van StopEcocide.

De afgelopen maanden ben ik druk in de weer geweest met het schrijven van mijn boek over narratief onderzoek. Dat wil zeggen: de eerste twee hoofdstukken schreef ik vlot want op routine, daarna liep ik vast in hoofdstuk 3, dat ik met omineuze voorzienigheid al ‘Welkom in de blubber’ had genoemd voordat ik eraan begon en besefte hoe ingewikkeld het is om heel precies te beredeneren wat sociale complexiteit eigenlijk is en hoe narrativiteit die beïnvloedt.

Als buitenpromovendus heb je de unieke kans om onderzoek te doen in beweeglijke praktijken in het hier en nu. Het gros van de buitenpromovendi die naar onze workshops komen, pakt die kans en doet onderzoek naar een verschijnsel dat verbonden is aan hun werk. Het is daarbij lastig om je los te maken van wat je al denkt te weten: veel aannames zijn door je rijke ervaring zo vanzelfsprekend voor je, dat je ze gemakkelijk stilzwijgend verwerkt in je analyse van wat er aan de hand is.